single.php
. . . cijfers Cijfers over gamen

Cijfers over gamen

Hoeveel gamen Nederlandse jongeren?

Hoeveel gamen Nederlandse jongeren eigenlijk? Hoe (on)gezond is dit gamen? De meest recente, betrouwbare onderzoeken worden op deze pagina samengevat. Zo heb je snel een beeld hebt van de meest recente cijfers rondom gamen, problematisch gamegedrag, en verslaving aan gamen.  

Belangrijkste feiten

  • Gamen is een heel populaire hobby. Bijna alle kinderen gamen weleens.
  • Problematisch gamegedrag komt voor bij 2% to 4% van de leerlingen in het voortgezet onderwijs. Bij jongens is dit 4% tot 7%. 1Dat blijkt uit dit onderzoek uit 2019 en dit onderzoek uit 2017 onder scholieren
  • In 2015 meldden zich ca. 500 patiënten met gameverslaving bij de verslavingszorg.2Dat kun je terugvinden in dit rapport met cijfers.
  • Er is een duidelijk verschil in gamegedrag tussen jongens en meisjes. Meer jongens gamen, daarnaast gamen ze ook vaker. Problematisch gamen komt bij jongens bijna 2 keer zo vaak voor als bij meisjes.3Dat blijkt uit dit onderzoek over gamen onder scholieren.
  • Patiënten die in behandeling gaan voor gameverslaving zijn bijna uitsluitend man.4Dat kun je terugvinden in dit rapport met cijfers van de verslavingszorg
  • Bij een internationale vergelijking gamen Nederlandse kinderen ongeveer evenveel als het Europese gemiddelde.5Dat kun je lezen in dit rapport.

Bron: Factsheet (on)gezond gamegedrag van Nederlandse jongeren.

Hoeveel jongeren gamen?

  • In het basisonderwijs gamet 89% van de scholieren.6Dat blijkt uit dit onderzoek onder scholieren.
  • In het basisonderwijs gamet 38% van de leerlingen dagelijks (41% – 50% van de jongens en 12% – 20% van de meisjes)7Dat blijkt uit dit onderzoek uit 2019 en dit onderzoek uit 2017 onder scholieren.
  • In het voortgezette onderwijs gamet 68% – 75% van de scholieren wel eens.
  • 8Dat blijkt uit dit onderzoek uit 2019 en dit onderzoek uit 2017 onder scholieren.
  • In het voortgezette onderwijs gamet 27% van de scholieren dagelijks (jongens 41%, meisjes 12%).9Dat blijkt uit dit onderzoek onder scholieren.
  • Jongens gamen vaker en langer dan meisjes. Bijna twee derde van de gamende meisjes (63%) besteedt minder dan een uur per dag aan gamen tegenover 19% van de jongens. Daartegenover speelt een vijfde (21%) van de gamende jongens meer dan vier uur per dag games en slechts 7% van de meisjes.
  • Vanaf het basisonderwijs neemt de frequentie van gamen geleidelijk af. Gamen van de 12 jarigen nog 35% bijna elke dag, is dit bij de 16 jarigen nog maar 19%.10Dat blijkt uit dit onderzoek onder scholieren.

.

Gamen is dus een populaire hobby. Het is echter maar één van de activiteiten aan die jongeren tijd besteden. In het ESPAD onderzoek (2015) is gekeken hoe jongeren hun vrije tijd besteden. De volgende figuur vat dit samen: 11 Lees meer in de  factsheet (on)gezond gamegedrag van Nederlandse jongeren.

De figuur laat het volgende zien:

  • Het internet is de meest populaire vorm van tijdsbesteding: meer dan 9 van de 10 jongeren gebruikt het internet dagelijks.
  • Sporten is ook populair: bijna de helft van de jongens sport (bijna) dagelijks en nog eens zo’n 40% op wekelijkse basis. Bijna een derde van de meisjes sport (bijna) dagelijks en nog eens zo’n 52% op wekelijkse basis.
  • Lezen in de vrije tijd is een activiteit van de minderheid: zo’n 79% van de jongens en 63% van de meisjes leest nooit een boek.

Problematisch gamegedrag

De Factsheet (on)Gezond Gamegedrag van Nederlandse Jongeren gebruikt data uit het HBSC onderzoek (2017).12Dat onderzoek onder scholieren vind je hier Deze factsheet biedt de mogelijkheid om verder naar gezond en ongezond gamegedrag te kijken. Jongeren zijn bevraagd over de gevolgen van hun gamegedrag en de rol die gamen in hun leven speelt (gemiddelde leeftijd: 14). Hieruit kwamen de volgende type gamers naar voren:

  • Risicogamers (totaal: 4%, jongens: 7%): Deze problematische groep gamers scoort positief op minimaal vijf van de negen vragen over gamestoornis en heeft minimaal één direct probleem met gamegedrag (stiekem gamen, ruzie door gamegedrag, het verliezen van andere hobby’s/activiteiten, het optreden van ernstige problemen met familie of vrienden). Deze groep gamet minimaal twee tot drie dagen per week. Deze groep speelt gemiddeld zo’n 23 uur per week games.
  • Hobbygamers (totaal: 36%, jongens: 55%): minimaal twee tot drie dagen per week gamen. Deze groep speelt gemiddeld zo’n 14 uur per week games.
  • Niet-gamers/incidenteel gamers (totaal: 60%, jongens: 38%): de overige groep jongeren, die incidenteel of nooit gamen, gemiddeld speelt deze groep 3 uur per week games.

Gamers die echt behandeling ontvangen voor hun gameproblemen spelen vaak multiplayer online games (bijvoorbeeld spellen zoals World of Warcraft, Fortnite, GTA, Call of Duty).13Dat kun je lezen in dit artikel over problematisch gamen. In de factsheet zien we dat scholieren risicovol gamen eigenlijk grotendeels dezelfde spellen spelen als gamers die het gamegedrag beter onder controle hebben. De uitzondering hierbij is het voetbalspel FIFA. FIFA wordt minder gespeeld door jongeren die problematisch gamen. 

Naarmate het schoolniveau stijgt, daalt het risicovolle gamegedrag: risicovol gamen komt het meest voor bij leerlingen van VMBO-b (5%) en het minst bij leerlingen van HAVO- en VWO (3%). Ook naarmate leerlingen ouder worden daalt het aantal uren dat wordt besteed aan gamen. Minstens 24 uur per week gamen komt bijvoorbeeld vaker voor bij 13-jarigen (10%) dan bij 16-jarigen (5%).

Meer weten over geslacht, opleidingsniveau, hoge dagelijkse speeltijd, device en soort game? Bekijk de factsheet.

Hulpvraag

Het aantal mensen dat hulp bij de verslavingszorg zoekt voor gamen is tot 2013 sterk gestegen en schommelt sindsdien rond de 500 per jaar. In 2015 waren er 537 personen met een hulpvraag voor internetgamen, wat neerkomt op 3 inwoners per 100.000 inwoners.14Dat kun je terugvinden in dit rapport met cijfers van de verslavingszorg Veel meer mannen dan vrouwen melden zich met een gameverslaving, namelijk 92% tegenover 8%. De gemiddelde leeftijd is 21 jaar en 82% van de hulpvragers is jonger dan 25 jaar. Het aandeel autochtoon is 89%.

Het werkelijke aantal gameverslaafden is moeilijk te bepalen. Dat komt mede doordat mensen zich bijvoorbeeld aanmelden bij een instelling omdat ze willen stoppen met blowen, maar daarnaast ook verslaafd zijn aan gamen. Het aantal hulpvragen is in de jaren flink gestegen. Dat kun je zien in de tabel hieronder.

2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009
537 544 517 411 242 182 69

Internationale vergelijking

Het ESPAD-onderzoek (2019) maakt een vergelijking mogelijk van het gamegedrag van 15- en 16-jarige scholieren uit Europa.15Het rapport vind je hier. In 2019 deden in totaal 99.647 scholieren uit 35 landen mee. Uit het onderzoek bleek dat 59% van alle scholieren wel eens had gegamed op doordeweekse dagen afgelopen maand. Op de weekenddagen was dat 68%. De Nederlandse scholieren gameden ongeveer evenveel als het Europees gemiddelde. In Zweden en Bulgarije was het hoogste percentage scholieren die wel eens hadden gegamed in de afgelopen maand. Op doordeweekse dagen was dat bijna 70%, en in het weekend bijna 80%.

Samengevat zien we dus dat Nederlandse kinderen ongeveer evenveel gamen als het Europese gemiddelde.

Stel een vraag
Scroll naar boven